x

Op de hoogte  

15/06/2020

Blog - Meer isoleren... goed voor het klimaat en de rest van het milieu? En wat dan met iQ3? - Arnout Ulenaers


Duurzaam bouwen is in veel gevallen een uitgeholde term geworden. Wil je bouwen met een beperkte klimaat- en milieu-impact, dan moet je rekening houden met zeer veel deelaspecten. Het gaat dus verder dan het beperken van de energiebehoefte voor verwarming/afkoeling van een gebouw (het zogenaamde ‘operationeel energieverbruik’). De impact van het materiaal zelf, ruimtelijke ordening en gezondheid zijn slechts enkele van de andere factoren die in rekening moeten gebracht worden.

Wanneer we zo al kijken naar de combinatie van de impact van materialen en het operationeel energieverbruik, dan is de bouwsector in Europa verantwoordelijk voor ongeveer 50% van de gebruikte grondstoffen en een derde van de afvalproductie.

aandeel-europese-bouwsector-grondstof-energieverbruik

Aandeel van de Europese bouwsector in grondstof- en primair energieverbruik, afvalproductie en CO2-uitstoot.
Cijfers: EUROSTAT, Kerncijfers van Europa, edities 2016 en 2017.
Beeld: TOTEM-consortium.

Momenteel is er heel veel te doen over klimaatverandering en gaat er meer aandacht naar het beperken van het operationeel energieverlies voor verwarming.

Hierdoor neemt ook het relatieve aandeel van de gekozen bouwwijze en de gebruikte bouwmaterialen toe in de totale milieu-impact van een gebouw.

De onderstaande grafiek toont dit aan op basis van een voorbeeld, waarbij we de milieukost berekenden per m² muuroppervlakte volgens de “TOTEM-methode” (zie verder in dit artikel).

De grafiek toont de resultaten voor een typisch Belgische gemetste spouwmuur met PUR-isolatie bij verschillende isolatiediktes.

  • Het gearceerde deel van de balken (telkens het blokje bovenaan) geeft de milieukost weer die verbonden is met het operationeel energieverbruik.
  • De volle blokjes (eronder) staan voor de milieukost van de verschillende gebruikte bouwmaterialen zelf.

milieukost-bouwmaterialen-belgische-spouwmuur

Conclusies op basis van deze grafiek:

  • Naarmate men beter isoleert daalt het operationeel energieverbruik (de gearceerde delen van de balken).
  • Door de dikkere isolatielaag neemt de totale milieukost van de materialen zelf beperkt toe (de volle delen van de balken).
  • Het relatieve aandeel van de materiaal gerelateerde milieu-impact in de “totale” milieu-impact stijgt (zie de paarse ruitjes met percentages).
    Terwijl dit voor een muur volgens de EPB reglementering van 2006 slechts ongeveer de helft was, is dit voor een goed geïsoleerde muur met een U-waarde van 0,15W/(m.K) toegenomen tot meer dan 80%.
  • De totale milieukost (de gearceerde en de volle blokjes samen) is echter dalend naarmate de isolatiedikte stijgt. Het nadeel van een grotere milieu-impact op materiaalniveau weegt dus niet op tegen het voordeel van de vermindering van de milieu-impact van het operationele energieverbruik.

Duurzaam bouwen is dus een puzzel met zeer veel stukjes die ideaal allemaal correct geplaatst moeten worden. Bij ISOPROC focussen we ons in de eerste plaats op de bovenstaande combinatie van energieverbruik en materiaalimpact.

In de rest van dit artikel leggen we het belang van de Totem-methode uit en onderbouwen we OBJECTIEF, aan de hand van onze nieuwe B-EPD milieuproductverklaring, dat de milieu-impact van iQ3 cellulose-isolatie zeer beperkt is ten opzichte van van andere materialen.

 

Objectief? Het belang van de TOTEM-methode voor een totaalvisie op milieu-impact.

Om het belang van TOTEM te kunnen uitleggen, moeten we eerst even (kort) stilstaan bij de basis ervan: B-EPD en LCA.

 

B-EPD, de nieuwe Belgische milieuproductverklaring

B-EPD

Een EPD of milieuproductverklaring is een document dat op een gestandaardiseerde wijze de resultaten van een levenscyclusanalyse (LCA) weergeeft.

Wat is dan een LCA?

Bij een LCA worden alle ingaande en uitgaande stromen van een product (energie, grondstoffen, afval, emissies, …) in kaart gebracht. Daarbij worden de gevolgen voor verschillende milieu-impactindicators begroot. Enkele voorbeelden van dergelijke milieu-impactindicators zijn klimaatverandering, aantasting van de ozonlaag, vermesting, toxiciteit, … .

Ideaal gebeurt deze levenscyclusanalyse over de VOLLEDIGE levensduur van het beschouwde product. Voor een bouwmateriaal is dit bijvoorbeeld de winning van de grondstoffen, de vervaardiging in de productieplaats, het transport naar en installatie op de werf, eventueel onderhoud, de afbraak en afvalverwerking. Men spreekt dan van een cradle-to-GRAVE LCA.

Nota: niet elke LCA is cradle-to-grave. Het verschil met cradle-to-GATE is dat deze laatste enkel rekening houdt met de productiefase van het product totdat het de fabriekspoorten verlaat.

Voor bouwproducten besloot de Belgische Federale overheid dan ook de B-EPD (Belgische EPD) in het leven te roepen met een tweeledig opzet:

  • het beschikbaar maken van uniforme en betrouwbare informatie over milieu-impact als basis voor de TOTEM-rekentool (zie hieronder).
  • het tegengaan van ‘greenwashing’ (het valselijk claimen van prestaties op milieuvlak).
    In België is het sinds januari 2015 verboden milieuclaims over bouwproducten te maken zonder dat deze ondersteund worden door een B-EPD. Een concreet voorbeeld hiervan is dat men niet mag beweren dat men groene energie en/of weinig energie gebruikt voor de fabricatie van een bouwmateriaal als dit niet onderbouwd is door een B-EPD. Aangezien de database waarin deze B-EPDs moeten opgenomen worden slechts sinds mei 2020 actief is, werd hier tot nu toe slechts weinig op gecontroleerd, maar we verwachten dat dat slechts een kwestie van tijd is.

Wees gerust! iQ3-cellulose heeft één van de allereerste cradle-to-grave B-EPDs die in de databank opgenomen zijn.

 

TOTEM, Rekentool voor ontwerpers en bouwprofessionals

Let op! Het hebben van een B-EPD betekent nog niet dat jouw product daadwerkelijk milieuvriendelijker is dan een alternatief product.

Om te weten wat de milieu-impact van een product is, moet de (B-)EPD geïnterpreteerd worden. Dit is in het algemeen een zeer moeilijke opgave.

Bovendien heeft het in de bouwwereld dikwijls weinig zin om de milieu-impact van een enkel product puur op materiaalniveau te kennen/vergelijken. Het is immers belangrijk om steeds zaken te vergelijken met dezelfde functionele eigenschappen (appelen met appelen). Het heeft bijvoorbeeld geen zin om een zekere hoeveelheid iQ3 cellulose-isolatie te vergelijken met een PUR-plaat met dezelfde oppervlakte en R-waarde. De installatiemethode, toepassingsmogelijkheden en gerelateerde constructieve opbouwen zijn immers volledig verschillend.

Daarom is een vergelijking op vlak van elementniveau (bijvoorbeeld 2 buitenwanden met dezelfde U-waarden en graad van afwerking) of gebouwniveau dikwijls nuttiger, van waaruit je dan ook conclusies kan trekken op het vlak van de materialen zelf.

Om hierop in te spelen is de TOTEM tool ontwikkeld. Deze rekentool is bedoeld om ontwerpers, bouwheren en andere bouwprofessionals op een duidelijke manier inzicht te geven in de milieu-impact van een bouwdeel of een volledig gebouw en aan te moedigen om milieuvriendelijkere alternatieven te kiezen.

TOTEM rekent de informatie over milieu-impact, die komt uit de (B-)EPD’s en LCA, om naar een milieukost die uitgedrukt wordt in euro.

  • Daarbij worden de prestaties van het product/bouwdeel/gebouw op de verschillende milieu-impactindicatoren (ter herinnering: klimaatverandering, aantasting van de ozonlaag, vermesting, toxiciteit, …)  omgezet naar een ingeschatte financiële kost om gerelateerde milieuproblemen te voorkomen en/of op te lossen.
  • Bovendien wordt hierbij zowel rekening gehouden met de milieu-impact van materiaal zelf als dat van het operationeel energieverbruik.

Op deze manier maakt TOTEM het mogelijk de milieu-impact van zowel gebouwelementen als volledige gebouwen te vergelijken voor de volledige levensduur van het gebouw.

Ook al worden ruimtelijke planning, type bebouwing, sociale aspecten, … (nog) niet in kaart gebracht en is er nog werk om circulair bouwen goed te integreren (al kan momenteel reeds aangegeven worden dat een element hergebruikt wordt), toch komt de aanpak van TOTEM en B-EPD het meest in de buurt van een TOTAALaanpak in verband met duurzaamheid op dit moment.

En wat meer is… het wordt gedragen door alle verschillende overheden in België en gestoeld op Europese regelgeving.

Wanneer je deze oefening dan maakt voor verschillende opbouwen, kan je daaruit ook de sterke milieuprestaties van iQ3-cellulose afleiden. Lees dus vooral mee verder.

Eerst nog enkele afsluitende nota’s over TOTEM:

  • Alhoewel de ‘monetarisatie’ (omzetting van milieu-impactresultaten naar een kost in euro) gebaseerd is op wetenschappelijke studies is het niet juist om de berekende milieukost als absoluut te zien. Over de grootte van de monetarisatiefactors bestaat veel onzekerheid en heel wat milieueffecten worden niet in rekening genomen. De TOTEM-methode kan echter WEL gebruikt worden om verschillende alternatieven relatief met elkaar te vergelijken.
  • Momenteel is de TOTEM-tool voorzien van een materiaaldatabase en standaardelementen waarmee de gebruiker nieuwe elementen en volledige gebouwen kan definiëren. Op dit moment is de database gevuld met generieke materiaaldata afkomstig uit de ecoinvent database. De bedoeling is deze materiaaldatabase in de nabije toekomst aan te vullen met product specifieke milieu-impact-informatie afkomstig uit B-EPD zodat de ontwerper gebruik kan maken van specifieke producten. Momenteel zit de koppeling tussen de B-EPD databank en TOTEM nog in een testfase en is het voor het grote publiek nog niet mogelijk specifieke producten te selecteren in TOTEM. Voor deze functionaliteit te testen wordt de iQ3 B-EPD momenteel als testcase gebruikt.

Totem-resources

Bron: consortium TOTEM


Hoe scoort iQ3-cellulose-isolatie? Tijd voor een vergelijking!

Momenteel is het nog niet mogelijk de B-EPD iQ3 data rechtstreeks in TOTEM te gebruiken. Maar als je de achterliggende methodologie kent, dan kan je toch reeds een berekening maken. Voor een volledige beschrijving van de wand en meer uitleg over de rekenmethode verwijzen we naar onze uitgebreide artikel (dat je kan opvragen via info@isoproc.be.

Doorheen onze berekening:

  • kijken we enerzijds naar een houtskeletwand (HSB), waarbij een wand die geïsoleerd is met iQ3-cellulose, wordt vergeleken met dezelfde wand geïsoleerd met verschillende types minerale wol.
  • vergelijken we anderzijds de iQ3 HSB-wand met de gemetste spouwmuur uit bovenstaande grafiek.
  • kijken we enkel naar de milieu-impact van het materiaal zelf. De milieu-impact door operationeel energiegebruik wordt in de onderstaande grafiek dus niet getoond, aangezien we deze al kennen vanuit de oefening bovenaan dit artikel.
    Ter achtergrondinfo: alle muren hebben een U-waarde van ongeveer 0,15 W/(m.K). De milieukost gerelateerd aan het operationeel energieverbruik bedraagt ongeveer 3,71 EUR/m².

invloed-isolatiemateriaal-milieukost-hsbwand

Invloed van het type isolatiemateriaal op de milieukost van een houtskeletwand vs. gemetste spouwmuur

 

Daaruit kunnen we de volgende conclusies trekken:

  • Vooraf: een heel groot deel van de milieukost (voor de iQ3 HSB-wand ongeveer 50%) wordt veroorzaakt door de gevelsteen en de (acryl)verf. Door de gevelsteen te vervangen door een milieuvriendelijkere variant (bijvoorbeeld een houten gevel), en de verf door milieuvriendelijkere verf, daalt de milieukost van de verschillende opbouwen significant. Maar dit is gewoon ter info en heeft op zich niet te maken met (meer) isoleren.
  • Onafhankelijk van het isolatiemateriaal in de houtskeletwand, is de milieu-impact van de materialen zelf bij de houtskeletbouw significant lager dan bij de gemetste spouwmuur.
  • Bij de HSB-wand is iQ3 cellulose-isolatie slechts verantwoordelijk voor ongeveer 5% van de volledige materiaal gerelateerde milieukost. Door de iQ3 te vervangen door minerale wol neemt de milieukost van het isolatiemateriaal minstens een factor 3 toe.

Conclusie: Je hebt gelijk om met iQ3 te isoleren. Je hebt er niet enkel een zeer performant isolatiemateriaal mee, het behoort tot de isolatiematerialen met de allerlaagste klimaat- en milieu-impact!

 

Waarom is isoleren met iQ3-cellulose zo goed voor het klimaat en het milieu? Wat zijn de belangrijkste klimaat- en milieuvoordelen van iQ3-cellulose? Welke concrete inspanningen doen we?

iQ3-cellulose iQ3-grondstof-cellulose-papier iQ3-milieu-duurzaam-durable-climat-klimaat-cellulose

Het is eenvoudig. We spannen ons bij ISOPROC hard in om de milieu-impact van iQ3-cellulose zo laag mogelijk te houden.

Daarom waren we er ook als de kippen bij om met iQ3-cellulose in de B-EPD databank terecht te komen als eerste volledig openbare en objectieve cradle to grave B-EPD, waarvan de resultaten de beperkte milieu-impact van iQ3-cellulose ook objectief onderbouwen.

De klimaat- en milieuvoordelen op een rij. Met iQ3-cellulose combineren we:

een significante beperking van de energiebehoefte van gebouwen

  • iQ3 cellulose-isolatie is een performant isolatiemateriaal dat geïnstalleerd wordt zonder kieren of spleten, wat het operationeel energieverlies beperkt.

circulariteit:

  • iQ3-cellulose wordt gemaakt op basis van krantenpapier (drukoverschotten, niet verkochte exemplaren, …). en bestaat voor 90% uit gerecycleerde materialen.
  • iQ3-cellulose scoort sterk op het vlak van compatibiliteit voor veranderingsgericht bouwen en kan zelfs ook onder bepaalde omstandigheden hergebruikt worden.
  • het toepassen van iQ3-cellulose gebeurt zonder verlies en snijresten op de werf.
    iQ3-cellulose-no-waste-isolatie-isolation

een stockage van CO2:

  • Door het hergebruiken van krantenpapier, in plaats van het te verbranden, komt de CO2 die was opgeslagen in de oorspronkelijke bomen en mee opgenomen in de papierproductie niet vrij. Ze blijft vervat in het isolatiemateriaal.

    Ook al wordt dit niet opgenomen in de Totem berekeningen, zelfs een klimaatexpert als Jean-Pascal van Ypersele stelt: « Gezien de hoogdringendheid, hebben we nood aan de extra tijd die de opslag van CO2 ons geeft.» (vertaald uit presentatie Catherine Massart 14/06/2019 Achêne – UCLouvain)

lokale verankering:

  • onze productielijn is gevestigd in België (Achêne (Ciney)) waardoor transportafstanden beperkt zijn.
  • onze grondstoffen halen we binnen een gemiddelde radius van gemiddeld 257km. Dit gemiddelde afstand is gewogen zodat onze belangrijkste grondstoffen meer doorwegen in de telling. Hiervoor kregen we een certificaat ‘Filière Wallonne’
  • onze medewerkers komen uit de directe omgeving. Zo vermijden we onnodig transport.

een energiezuinig productieproces:

  • 100% van de verbruikte energie voor productie van iQ3-cellulose is groen, deels aangekocht, deels zelf opgewekt met fotovoltaïsche installatie van 318kWp.
     
    iQ3-ISOPROC-zonnepanelen-panneaux-solaires 
     
  • de grijze energie nodig om iQ3-cellulose te produceren is 6kWh/m³ en behoort daarmee tot de laagste binnen de isolatiematerialen (zie onderstaande grafiek)
     
    grijze-energie-isolatiematerialen

 

Finale conclusie

iQ3 is dus niet alleen een goed isolatiemateriaal dat met sterke prestaties op vlak van brand, vochthuishouding, akoestiek, …

Isoleren met iQ3-cellulose is goed voor het klimaat!

En daar zijn we best fier op

 

Lees het volledige artikel

Meer achtergrondinformatie over de B-EPD, TOTEM en de gemaakte berekeningen en hun interpretatie vind je in ons uitgebreid artikel. Vraag het aan op info@isoproc.be.

 

Disclaimer

Deze blogtekst en het uitgebreid artikel zijn met de grootste zorg opgesteld. Het is echter niet volledig onmogelijk dat er fouten geslopen zijn in de berekeningen en/of bepaalde zaken verkeerd geïnterpreteerd werden.

De keuze voor minerale wol als vergelijkingsproduct is in dit voorbeeld gebaseerd op de grootte van het marktaandeel van minerale wol in de bouwsector; zeker NIET omwille van aannames op basis van milieu-impact. Wij raden iedereen dan ook aan om zelf iQ3-cellulose te vergelijken met andere producten in de B-EPD databank.

De tekst is niet door een derde partij nagelezen op eventuele fouten.

Gebaseerd op de huidige rekenmethode (stand juni 2020) en beschikbare productdata. Naarmate de functionaliteit van de tool uitgebreid wordt, er meer productdata beschikbaar en de rekenmethode beschikbaar is zal ISOPROC proberen de berekeningen te actualiseren.

Opmerkingen en vragen zijn steeds welkom bij ISOPROC.