Tekst afkomstig van Kamp C
Cellulose is het belangrijkste isolatiemateriaal in de gevels van ’t Centrum. Dit is papiervlokkenisolatie, die gemaakt wordt op basis van oude, gerecycleerde kranten. Waarom opteerde het bouwteam voor deze isolatie en wat zijn de voordelen? In dit artikel gaan we er dieper op in.
Papiervlokken of cellulose-isolatie is een bio-ecologisch isolatiemateriaal. Met een warmtegeleidingscoëfficiënt ( = λ-waarde = lambdawaarde) tussen 0,035 en 0,04 W/mK hoort deze isolatie thuis in dezelfde categorie als minerale wol of polystyreenproducten. Op vlak van hernieuwbaarheid en recyclage scoort cellulose-isolatie bovendien een heel stuk beter.
Papiervlokkenisolatie wordt gemaakt van oude, onverkochte of verkeerd gedrukte kranten. Hieruit worden tijdens het productieproces de papiervezels getrokken. Deze vezels haken onderling in elkaar en nemen de vorm aan van elastische vlokken die een beetje aanvoelen als watten. Tussen de aaneengehaakte vezels bevinden zich kleine luchtzakjes. Het zijn deze holle ruimtes met stilstaande lucht die van cellulose een isolerend materiaal maken.
Je vindt dit isolatiemateriaal onder twee vormen.
Papiervlokkenisolatie krijgt het label ‘ecologisch’ om verschillende redenen. In eerste instantie is de grondstof van papier, namelijk hout, hergroeibaar en dus eigenlijk onuitputtelijk. Cellulose in matvorm heeft daar bovenop ook nog steunvezels nodig om een goede stijfheid en mechanische weerstand te bekomen. Dat zijn meestal natuurlijke vezels zoals hennep.
Ten tweede krijgt cellulose-isolatie extra pluspunten omdat het grotendeels om een gerecycleerd materiaal gaat. Hout - en dus papier - is bovendien een opslag van CO2. Hoe langer we deze CO2 in omloop houden, hoe langer het duurt voor het weer in de atmosfeer terechtkomt.
Wanneer je daarnaast met ingeblazen cellulosevlokken werkt, zoals bij ’t Centrum, dan creëer je niet alleen een naadloze isolatielaag zonder kieren en spleten, maar doe je dit ook zonder verlies en snijresten bij het plaatsen.
De papiervlokken kunnen bij de afbraak van het gebouw ook opnieuw hergebruikt worden in een volgend project, zelfs indien dat totaal andere afmetingen en complexe vormen bevat. Ze kunnen ook opnieuw aan de productielijn worden toegevoegd. Ze kunnen dus met andere woorden circulair ingezet worden.
Tot slot hebben de gebruikte cellulosevlokken van het merk iQ3 nog een ecologisch streepje voor. Ze worden in België geproduceerd, met een beperkte transportafstand tot gevolg. Daarnaast worden de grondstoffen lokaal gehaald in een gemiddelde radius van 257km. De productie-energie is zeer laag (ze behoort tot de laagste binnen de sector van de isolatiematerialen) en gebeurt met 100% groene stroom. En tot slot verzet ISOPROC (het bedrijf achter iQ3 cellulose-isolatie) zich sterk tegen greenwashing. Zo werd de lage milieu-impact van iQ3 onafhankelijk onderzocht met een cradle-to-grave levenscyclusanalyse en vervat in een B-EPD milieuprestatiecertificaat. Hierdoor kunnen de goede milieuprestaties zeer transparant geanalyseerd/vergeleken worden in de TOTEM milieu-analysetool voor ontwerpers.
Circulaire cellulose in ’t Centrum
In ’t Centrum wordt er cellulose ingeblazen in de prefab houtskeletwanden.
“Cellulose is op zich al een gerecycleerd product. Dat wordt ook los geplaatst (ingeblazen) zodat het ook verwijderbaar, herbruikbaar en recycleerbaar is,” legt Dirk Verbeeck, architect bij Kamp C uit. “Maar in ’t Centrum is de circulariteit ook geborgd op elementniveau. Het prefab geveldeel, inclusief de cellulose, is een standaard element en kan integraal opnieuw worden gebruikt in een nieuw gebouw."
Cellulose enkel gekozen voor ecologische en circulaire eigenschappen?
Hierboven las je al dat cellulose isolatie qua lambdawaarde zijn mannetje staat tussen de conventionele isolatiematerialen.
Maar er is meer:
Andere isolatiematerialen voor specifieke toepassingen
De isolatie aan de buitenkant van de plint in ‘t Centrum in de vochtige zone is geëxtrudeerd polystyreenschuim van Jackon. Dit is ook 100% herbruikbaar door het systeem van verwerking.
Voor dakisolatie hebben we in ‘t Centrum een drukvast materiaal nodig. Dat verkleint de keuze in materialen wel behoorlijk. Voor het dak gebruikt men daardoor drukvaste rotswol isolatie (Rockwool Caproxx). “De eerste keuze was houtvezelisolatie maar dit was door de coronacrisis niet meer verkrijgbaar,” verduidelijkt aannemer Joeri Beneens. Het circulair principe van de rotswol is vooral de verwerking. Die losliggende isolatie is perfect herbruikbaar. Met elk andere drukvat plaatmateriaal was dat net hetzelfde geweest. Maar (zuivere) rotswol is wel ook recycleerbaar en van minerale oorsprong. Onder het terras van de kantoren is rotswol niet voldoende drukvast en werd er gekozen voor Foamglas. Dit wordt voor 60% van gerecycleerd glas gemaakt.
Door de losliggende isolatie en dakbedekking wordt er een ballastlaag voorzien. Die gaat de dakbedekking ook beschermen tegen rechtstreekse zoninstraling wat ook een beter zomercomfort oplevert.
Akoestische isolatie is van minder belang bij daken. Het helpt wel tegen luchtgeluiden. Maar akoestiek is vooral belangrijk tussen 2 bouwlagen in verband met contactgeluiden.
De vloerisolatie in ‘t Centrum bestaat uit schelpen, de laag Ecoschelpen is 60 cm dik. Omdat de schelpen op zich niet zo’n erg goede isolatiewaarde hebben moet je daar een grotere dikte van toepassen.
Meer info: website Kamp C