Downloads
pro clima AEROSANA VISCONN White
Coating voor luchtdichting
Productvoordelen
- Betrouwbare luchtdichting - ook van moeilijk toegankelijke details
- Overbrugt voegen, kieren en spleten tot 3mm
- Duurzaam: blijvend elastisch en stevig na uitdroging
- Voor binnen en buiten - vochtvariabele µd waarde
- Uitstekende hechting op de gangbare bouwmaterialen
Voordelen voor de plaatser
- Wit
- Uitsmeerbaar met borstel
- Spuitbaar met AEROFIXX persluchtpistool - ook op eerder stoffige ondergronden
- Makkelijker werken – ook toepasbaar als luchtdichte primer voor verbetering van de ondergrond
- Compatibel - met pro clima kleefbanden
- Bepleisterbaar en overschilderbaar
Toepassing
Geschikt voor:
- Luchtdichte aansluiting vloer/wand en wand/plafond.
- Luchtdichting van onbepleisterde bouwdelen (kimblok, muur onder de waterkering, muur achter hangtoilet etc…)
- Luchtdichting van zichtmetselwerk aan de buitenzijde.
- Ook geschikt voor het luchtdicht aansluiten van ramen/deuren met de constructie.
- Eveneens geschikt voor het fixeren van ondergronden bij renovaties.
Productdetails
Verwerkingsstappen
Film AEROFIXX
Verwerkingsstappen algemeen

1. Ondergrond voorbereiden; materiaal omroeren
Ondergronden reinigen.
Voor het toepassen van AEROSANA VISCONN white spuitfolie is een vlakke ondergrond vereist.
Maak vóór het aanbrengen scheuren, voegen en gaten dicht.
Bij emmers voor gebruik goed roeren.

2a. Gebreken in de ondergrond wegwerken
Scheuren, voegen en gaten kunnen vóór het opspuiten van AEROSANA VISCONN white met geschikte plamuur of met CONTEGA SOLIDO SL worden dichtgemaakt.
Gebreken die pas tijdens het opspuiten worden ontdekt, kunnen met pro clima AEROSANA FLEECE worden weggewerkt.

2b. Gebreken in de ondergrond wegwerken
Strijk AEROSANA VISCONN white op een stuk vlies, plaats het vlies op de beschadigde plek en spuit er vervolgens folie overheen.

3. Spuitfolie aanbrengen (Airless-spuitmethode)
Breng minimaal twee lagen AEROSANA VISCONN white aan.
Spuit de folie gelijkmatig en overlappend op het oppervlak.
Breng afhankelijk van de toestand van de ondergrond eventueel nog een laag aan.
Laat AEROSANA VISCONN white bij een laag van meer dan 1 mm dik eerst drogen en voeg daarna pas verdere lagen toe.
Te dikke lagen vloeibare folie kunnen uitlopen.
Instellingen van het Airless-apparaat
Druk: ca. 150-200 bar
Tipmaten: 210, 317, 519

4. Toepassing als primer
Ruwe of stoffige ondergronden kunnen met AEROSANA VISCONN white worden voorbereid voor het verlijmen met pro clima tapes.
Breng hiervoor een gesloten laag spuitfolie aan.

5. Aansluiting verlijmen
Breng na het drogen stap voor stap kleefband aan.
Film: Dakvoetaansluiting renoveren met AEROFIXX
Dakvoetaansluiting renoveren met AEROFIXX

1. Voorbereiden
Ondergronden schoonmaken met een borstel of indien nodig met een stofzuiger of doek.

2. Inkepingen bespuiten
De inkepingen in de spantbenen voor de aansluiting op de muurplaat aan de zijkant rijkelijk met materiaal bespuiten, zodat eventuele constructiebewegingen kunnen worden opgenomen.

3. Rondom bespuiten
De spantbenen ook aan de onderkant bij de inkepingen rijkelijk met AEROSANA VISCONN / FIBRE bespuiten.

4. Brede voegen dichtmaken
AIROFIXX in de rilstand zetten en voegen (hier tussen muurplaat en kniemuur) volledig met AEROSANA VISCONN / FIBRE vullen.

5. Voegen breed bespuiten
Daarna AEROFIXX in de spuitstand zetten en de aansluiting volledig bespuiten.
Het materiaal daarbij minimaal 30 mm breed op de te verbinden oppervlakken spuiten.
De laag is dik genoeg wanneer deze een gestructureerd oppervlak heeft (sinaasappeleffect).

6. Als primer gebruiken
Indien nodig AEROSANA VISCONN/FIBRE als primer aanbrengen op de houten elementen waarop later de renovatiedamprem (bijv. DASATOP) wordt aangesloten.

7. Aansluiting verlijmen
Als alles helemaal droog is de renovatiedamprem (bijv. TESCON VANA) luchtdicht aansluiten.
Film: Aansluiting van balkkoppen met AEROFIXX
Aansluiting van balkkoppen met AEROFIXX

1. Uitgangssituatie

2. Voorbereiden
Ondergronden schoonmaken met een borstel of indien nodig met een stofzuiger of doek.

3. Voegbreedte meten
Voegen tot 3 mm kunnen met AEROSANA VISCONN worden gevuld.
Bij brede voegen tot 20 mm AEROSANA VISCONN FIBRE gebruiken.
De voeg dient hier minimaal de helft van de voegbreedte diep met materiaal te worden gevuld.

4. Spuitpistool instellen
AEROFIXX in de rilstand zetten voor het aanbrengen van afdichtingsrillen.

5. Voegen vullen
Voegen ruimschoots met AEROSANA VISCONN / FIBRE vullen.

6. Voegen breed bespuiten
Daarna AEROFIXX in de spuitstand zetten en de aansluiting volledig bespuiten.
Het materiaal daarbij minimaal 30 mm breed op de te verbinden oppervlakken spuiten.
De laag is dik genoeg wanneer deze een gestructureerd oppervlak heeft (sinaasappeleffect).

7. Details afdichten
Met een spuitpistool kunnen ook moeilijk toegankelijke plekken eenvoudig worden afgedicht.

8. Aansluiting controleren
Indien nodig onbespoten plekken met een kwast en AEROSANA VISCONN / FIBRE dichtstrijken.

9. Volledig afgedichte aansluiting van balkkoppen
Film: Kozijnaansluitingen met AEROFIXX
Kozijnaansluitingen met AEROFIXX

1. Uitgangssituatie
Kozijn is geplaatst, kozijnvoeg is met isolatiemateriaal gevuld.

2. Voorbereiden
Ondergronden schoonmaken met een borstel of indien nodig met een stofzuiger of doek.

3. Isolatiemateriaal afsnijden
Eventueel uitstekend isolatiemateriaal vlak afsnijden.

4. Kozijn afplakken
Een minimaal 6 mm brede streep op het kozijn vrij laten voor de aansluiting met AEROSANA VISCONN / FIBRE.
Het isolatiemateriaal in de voeg kan ook zo ver worden verwijderd, dat de afdichting vlak aan het kozijn aansluit.

5. Afdichting opspuiten
AEROSANA VISCONN / FIBRE ruimschoots op het kozijn, het isolatiemateriaal en het aangrenzende metselwerk spuiten.
Zorg daarbij dat het materiaal gelijkmatig wordt aangebracht.
Poriën of scheuren moeten rijkelijk worden bespoten met het afdichtingsmateriaal.
De laag is dik genoeg wanneer deze een gestructureerd oppervlak heeft (sinaasappeleffect).

6. Rondom bespuiten
Alle zijden van het kozijn met AEROSANA VISCONN / FIBRE op het metselwerk aansluiten.

7. Aansluiting controleren
Indien nodig onbespoten plekken met een kwast en AEROSANA VISCONN / FIBRE dichtstrijken.

8. Gebruik binnen en buiten
AEROSANA VISCONN / FIBRE is geschikt om zowel binnen als buiten kozijnaansluitingen te realiseren.
Het materiaal wordt in beide gevallen op dezelfde manier aangebracht.

9. Afplaktape verwijderen
Beschermende tape direct na het afdichten van de kozijnaansluitvoeg verwijderen.
Resten AEROSANA VISCONN / FIBRE op het kozijn meteen met een vochtige doek verwijderen.
Kozijnaansluitingen - airless

1. Schuim bijsnijden
De aansluitvoeg opvullen met een soepel isolatiemateriaal, bijv. (minerale) wol of hennep, totdat de isolatie vlak aan het kozijn aansluit.
Isolatieschuim vlak bijsnijden zodra het hard is geworden.

2. Ondergrond reinigen

3. Kozijn met folie afdekken
De ruiten en zichtbare raamonderdelen afplakken om te voorkomen dat ze vuil worden.

4. Latei en dagkant bespuiten
AEROSANA VISCONN in een of twee spuitgangen in de gewenste dikte aanbrengen.

5. Laagdikte meten
Met een meetsjabloon meten of de natte laag minimaal 500 μm dik is.

6. Onderdorpel bespuiten
AEROSANA VISCONN is ook geschikt voor het realiseren van een onderdorpel.
Hiervoor bijv. het isolatieprofiel rijkelijk bespuiten.

7. AEROSANA FLEECE voor onderdorpel inleggen
AEROSANA FLEECE zonder plooien in de nog vochtige AEROSANA VISCONN spuitfolie leggen.
Hoeken en opstaande randen daarbij zorgvuldig vormgeven.

8. AEROSANA FLEECE inbedden
Door de onderdorpel nogmaals te bespuiten met AEROSANA VISCONN wordt het AEROSANA FLEECE ingebed.

9. Beschermfolie verwijderen
Beschermfolie verwijderen voordat AEROSANA VISCONN begint te drogen.
Algemene voorwaarden
Voegen groter dan 3 mm breedte moeten met AEROSANA FLEECE worden bedekt of dicht worden gemaakt.
Het spuiten wordt met een afstand van ca. 15 cm tot de ondergrond uitgevoerd.
Het is toegestaan meerdere lagen direct achter elkaar aan te brengen.
Een juiste luchtdichting kan enkel met een aaneengesloten laag AEROSANA VISCONN-film bereikt worden.
Bij een lineaire aansluiting bereik je de beste dekking door in 2 lagen te werken. Je spuit dan in een hoek van ca. 60° voor je uit. De 2e laag breng je in tegenovergestelde richting aan.
Te behandelen oppervlaktes: De beste dekking wordt bereikt door eerst een laag horizontaal en daarna een laag kruisgewijs verticaal aan te brengen.
Airless-apparaat
Er kan een Airless-apparaat met een membraanpomp of met een zuigerpomp worden gebruikt. Het spuitvermogen van het apparaat mag niet minder dan 1,8 l/min bedragen. De aanbevolen spuitmond typen zijn: 317 tot 521 - voor details 210. Het eerste cijfer van de tipmaat geeft de spuithoek in graden aan (× 10), het tweede en derde cijfer de diameter van de spuittip in 0,0xx inches.
Voor het bespuiten van details wordt tipmaat 210 gebruikt, voor oppervlakken tipmaat 519.
De druk wordt zo ingesteld dat er een gelijkmatig, streepvrij spuitbeeld ontstaat. De spuitdruk verhogen als er aan de buitenkant van de straal aan weerskanten een extra streep ontstaat.
Als dit niet helpt de filter reinigen of vervangen. De optimale druk bedraagt ca. 80-150 bar afhankelijk van de gebruikte spuittip.
Voor het pistool wordt een filter met een maaswijdte van 60 aanbevolen.
Voor het sproeien het materiaal langzaam en gelijkmatig omroeren. Het Airless-apparaat voor ingebruikname één keer met helder water doorspoelen (apparaat helemaal leeg maken).
Laagdikte en drogen
De vereiste minimale laagdikte van 500 μm is bereikt, wanneer er tijdens het sproeien op de AEROSANA VISCONN een licht gegolfd, ietwat klonterig, aaneengesloten oppervlak ontstaat (sinaasappeleffect). Scheuren en poriën (tot 3 mm) in de ondergrond met AEROSANA VISCONN dichtspuiten of rijkelijk besproeien.
Dit kan met de AEROSANA VISCONN tot 3 mm en met AEROSANA VISCONN FIBRE tot 8 mm met spuiten.
De dikte controle vindt plaats op het bespoten oppervlakte met het meet- sjabloon direct na het aanbrengen van de laatste laag AEROSANA VISCONN.
Tijdens het drogen, verandert de kleur van AEROSANA VISCONN van blauw naar zwart. AEROSANA VISCONN white verandert niet van kleur.
De vochtige laag tegen vocht (bijv. regen) beschermen tot hij helemaal droog is.
Zodra het spuitwerk is uitgevoerd, het Airless-apparaat aan de buitenkant met water reinigen en van binnen meerdere keren doorspoelen, totdat het spoelwater niet meer troebel is. Ervoor zorgen dat alle resten AEROSANA VISCONN volledig zijn verwijderd. Neem voor meer informatie (bijv. over de bediening) contact op met de fabrikant van het Airless-apparaat.
Beschermingsmiddelen
Omdat door de luchtdruk stof kan opwaaien, moeten er persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt, waaronder een mondkapje, een veiligheidsbril en handschoenen.
Verwerking met kwast
Alle AEROSANA VISCONN-producten kunnen met een kwast worden aangebracht.Om efficiënt te kunnen werken, moet de kwastbreedte ≥ 50 mm zijn. Controleer met een meetsjabloon of de minimale laagdikte van 500 μm is bereikt.
Opslag
Als AEROSANA VISCONN langere tijd is bewaard, kan het materiaal door het bijmengen van water (~5%) weer een sproeibare consistentie krijgen. Voorkom dat het materiaal te dun wordt (risico op sterker vloeien en minder goede scheuroverbrugging). Als de emmer luchtdicht wordt gesloten en het materiaal ook nog met een dunne folie wordt afgedekt, bestaat er minder kans op uitdrogen.
Referentienummer | Kenmerken |
---|---|
1AR01740 | Inhoud: 10l |