Downloads
pro clima INTELLO X
Vochtvariabele, weer- en UV-bestendige damprem voor vezelvormige isolatiematerialen in mat- en plaatvorm
Productvoordelen
- Luchtdicht
- Tijdelijke bescherming tegen weersinvloeden tijdens constructiefase
- Langdurige bescherming - werking officieel getest en bevestigd minimum 50 jaar (ETA-18/1146)
- Beschermt optimaal tegen bouwschade en schimmel - vochtgestuurde werking bevordert maximale uitdroging van de constructie
- Voor alle vezelvormige isolatiematerialen in mat- en plaatvorm - minerale en natuurlijke
Voordelen voor de plaatser
- Eenvoudig te verwerken
- Multi inzetbaar - 1 product voor toepassing bij renovatie langs buiten en langs binnen
- Beschermt de constructie tijdens de bouwfase tegen weersinvloeden vanaf een dakhelling van 10°
- Blijvende werking - ook bij onafgewerkte zolder en permanente blootstelling aan diffuus UV licht.
- Systeemgarantie
- Ondersteuning bij ontwerp - technical@isoproc.be
Toepassing
De damprem- en luchtdichtingsbaan INTELLO X kan als binnenbegrenzing van de thermische isolatie worden toegepast:
- in dak, plafond, vloer en wand (ook bij isolatie van buitengevels langs binnen)
- bij toepassing van vezelvormige isolatie in mat- en plaatvorm
- in woon- en bedrijfsgebouwen van binnenklimaatklasse I - III
- in alle ruimtes, ook keukens en badkamers
- in aan de buitenzijde diffusie open constructies
- in aan de buitenzijde diffusiedichte constructies (bv platte daken…) (conform de vooraf gemaakte berekening en advies)
- ook op een winterwerf
- bij blijvende blootstelling aan diffuus UV licht (bv bij onafgewerkte zolderruimtes)
- bij renovatie langs buiten
- bij sarking daken
- op een bebording en op de keper
- als tijdelijke bescherming tijdens de bouwfase
Productdetails
Verwerkingsstappen
Video: Toepassing - Isolatie tussen de spantbenen
Toepassing bij isolatie tussen de spantbenen
1. Baan aanbrengen
Baan uitrollen en met min. 10 mm brede en min. 8 mm lange verzinkte tackernieten op een afstand van 10 - 15 cm (bij inblaasisolatie 5 - 10 cm) bevestigen. Baan ca. 4 cm over aangrenzende bouwelementen heen leggen, zodat hier later een luchtdichte aansluiting mogelijk is.
2. Bevestiging op stijlwandprofielen
Bevestiging van banen op metalen profielen van stijlwand- en plafondconstructies met pro clima DUPLEX.
3. Banen overlappen
De banen elkaar ca. 10 cm laten overlappen. De opgedrukte markering dient daarbij als oriëntatie.
4. Ondergrond reinigen
Ondergrond reinigen (droog, stof-, siliconen- en vetvrij), evt. verlijmingstest uitvoeren.
5a. Overlapping verlijmen
Systeemtape TESCON VANA centrisch op de overlapping positioneren en stap voor stap onbelast en plooivrij verlijmen.
5b. Wrijf de verlijming stevig aan
Stevig aanwrijven met pro clima PRESSFIX. Let op dat er voldoende tegendruk is.
6. Aansluiting op gladde, niet-minerale ondergronden ...
… (bijv. borstwering van houtderivaatplaten) eveneens met systeemtape TESCON VANA verlijmen. Band in het midden positioneren, stapsgewijs onbelast en plooivrij verlijmen en stevig aanwrijven (PRESSFIX).
7. Aansluiting op ruwe of minerale ondergronden
Reinig de ondergrond. Kitrups d = 5 mm van systeemkit ORCON F aanbrengen, bij zeer ruwe oppervlakken evt. meer. INTELLO X met een uitzettingslus in de lijmlaag leggen. De lijm daarbij niet geheel plat drukken.
8a. Alternatief: aansluiting op minerale ondergronden
Breng ORCON MULTIBOND op de te verlijmen ondergrond aan, afwikkelen en stapsgewijs verlijmen. Verwijder de schutlaag stapsgewijs.
8b. Folie verlijmen / aansluiting aanwrijven
Leg de aan te sluiten folie met een uitzettingslus in de kitrups zodat bewegingen in de constructie worden opgevangen. Stevig aanwrijven met pro clima PRESSFIX. Let op dat er voldoende tegendruk is.
9. Aansluiting op ongepleisterde ondergronden
Damprem plaatsen. Uitzettingsvouw maken, zodat bewegingen in de constructie kunnen worden gecompenseerd. Alle afdekfoliestroken van CONTEGA SOLIDO SL of CONTEGA SOLIDO IQ verwijderen. De band in het midden aanbrengen en stapsgewijs vastplakken. Stevig aanwrijven met pro clima PRESSFIX.
Stuc het metselwerk en de aansluittape voor een luchtdichte afdichting.
10a. Aansluiting op kabels
Leg een KAFLEX-kabelkraag om de kabel en verlijm deze op de folie. Kabelkragen zijn zelfklevend.
Verkrijgbaar zijn:
- KAFLEX mono - (zie afbeelding)
- KAFLEX duo - voor 2 kabels
- KAFLEX multi - voor max. 16 kabels
- KAFLEX post - voor toepassing achteraf
10b. Aansluiting op buizen
ROFLEX buismanchetten over buis trekken en op INTELLO X met TESCON VANA verlijmen.
Assortiment:
- ROFLEX 20 - buismanchet, Ø 15-30 mm
- ROFLEX 20 multi - ... voor max. 9 lege
- ROFLEX 30 - 300 - voor Ø 30-320 mm
11. Hoekverlijming
Voorgevouwen hoekaansluitband TESCON PROFECT op de schutlaag in de hoek schuiven en het eerste been verlijmen. Verwijder vervolgens de schutlaag en verlijm het tweede been.
12. Dakvenster: Folie insnijden
Maak een zodanige snede dat de folie in de groef van het dakvenster kan worden geschoven.
13. Op het dakvenster verlijmen
Schuif de voorgevouwen hoekafdichtingstape TESCON PROFECT op de scheidingslaag in de groef van het dakvenster en verlijm het eerste been. Dit gaat heel eenvoudig met de pro clima PRESSFIX.
14. Op de folie verlijmen
Verwijder vervolgens de scheidingslaag en verlijm het tweede been op de INTELLO X-folie. Wrijf de tape stevig aan met de pro clima PRESSFIX.
15. Dagkant rondom luchtdicht verlijmen
Vul de stukken folie in de dagkant boven en onder aan en verlijm het geheel stapsgewijs met de systeemtape TESCON VANA. Voorkom daarbij dat de tape wordt belast en dat er vouwen ontstaan. Wrijf de tape vervolgens stevig aan (PRESSFIX).
16. Tengelwerk
Tengelwerk (e ≤ 50 cm) voor elastingsverdeling van het isolatiegewicht.
17. Kwaliteitsborging
Inspectie van de dichtheid met BlowerDoor aanbevolen.
Video: toepassing - Isolatie bovenop de spantbenen
Toepassing bij isolatie bovenop de spantbenen
1. Baan aanbrengen
Rol de folie uit en bevestig deze met minimaal 10 mm brede en 8 mm lange bevestigingsnieten met een tussenafstand van 10-15 cm vochtbestendig in het overlappende gedeelte. Nieten binnen het oppervlak moeten bij blootstelling aan weersinvloeden worden afgeplakt.
Baan ca. 4 cm over aangrenzende bouwelementen heen leggen, zodat hier later een luchtdichte aansluiting mogelijk is.
2. Banen overlappen
Banen ca. 10 cm watervoerend laten overlappen.
De opgedrukte markering dient daarbij als oriëntatie.
3. Overlapping verlijmen
Ondergrond reinigen (droog, stof-, siliconen- en vetvrij), evt. verlijmingstest uitvoeren.
Systeemtape TESCON VANA centrisch op de overlapping positioneren en stap voor stap onbelast en plooivrij verlijmen.
Stevig aanwrijven met pro clima PRESSFIX.
4. Dakrandaansluiting
Onderbreking van het houten beschot aan de bovenzijde van de met specie gevulde muurkroon.
Een daklat wordt in de lengterichting met ORCON F over de hele lengte op de muurkroon verlijmd.
Aansluiting van de baan met ORCON F op de daklat.
5. Dakrandaansluiting, Alternatief 1
Voeg van de houten bekisting op de laatste spant.
Door de voeg wordt de baan aan de binnenzijde van het houten beschot geleid en aan de bovenzijde van de muurkroon met ORCON F verlijmd.
Voorbeeld: aansluiting op de bovenkant van de muur
De aansluiting op de gladde rand kan worden gerealiseerd met ORCON MULTIBOND kit op rol of met de vloeibare afdichtingslijm ORCON F (alternatief ORCON CLASSIC). Verwijder eerst eventuele losse delen van de ondergrond.
6. Dakrandaansluiting, Alternatief 2
Bij gepleisterde gevelwand de baan met ORCON F op de pleister aansluiten.
7. Dakrandaansluiting, Alternatief 3
Bij ontbreken van een pleisterlaag CONTEGA PV op de wand met aansluitlijm vastzetten en de baan op de kleefstrook aansluiten.
Het vlies moet minstens 1 cm breed in de middenlaag van de pleister worden ingebed.
8. Aansluiting op de dakvoet bij ingekeepte sierspant
Baan met ORCON F op de dorpel luchtdicht verlijmen.
De voeg tussen dorpel en randbalk met een strook damprembaan (bijv. INTELLO conneX) en ORCON F luchtdicht afdichten.
9. Aansluiting van de dakvoet bij doorlopende sierspanten
Aan de binnenzijde tussen de spanten een stelplank van houtderivaatplaat plaatsen en deze met TESCON PROFECT aansluiten op de ringbalk en de spanten.
Breng bij ruw beton eventueel ORCON F onder de band aan.
Onderbreek de beschot aan de bovenkant van de stelplank en verlijm de baan hierop.
10a. Aansluiting van de dakvoet bij doorlopende sierspanten alternatief
Aan de binnenzijde tussen de spanten een strook damprem plaatsen (bijv. INTELLO conneX) en deze met TESCON PROFECT aansluiten op de ringbalk en de spanten.
Breng bij ruw beton eventueel ORCON F onder de band aan.
Gebruik een dubbele rups lijm om de beschot aan de bovenkant van de dampremstrook op de spanten en met de baan te verlijmen.
10b. Hoekaansluiting met steunlijst
De montagehoeklijst TESCON FIX wordt met een van de twee zelfklevende benen op de ondergrond verlijmd. De dampremmende folie wordt achter het tweede been geschoven en vervolgens (vanaf de binnenzijde) luchtdicht hiermee verlijmd. De hoeklijst (aan de buitenzijde) biedt tegendruk bij het aandrukken met de PRESSFIX.
De luchtdichte aansluiting op de bovenkant van de spant wordt gerealiseerd met een stuk TESCON VANA.
11a. Aansluiting op kabels
Leg een KAFLEX-kabelkraag om de kabel en verlijm deze op de folie. Kabelkragen zijn zelfklevend.
Verkrijgbaar zijn:
- KAFLEX mono - (zie afbeelding)
- KAFLEX duo - voor 2 kabels
- KAFLEX multi - voor max. 16 kabels
- KAFLEX post - voor toepassing achteraf
11b. Aansluiting op buizen
Leg een ROFLEX-buiskraag om de buis en verlijm deze op de folie met TESCON VANA.
Verkrijgbaar zijn:
- ROFLEX 20 - bijv. voor mantelbuis, Ø 15-30 mm
- ROFLEX 20 multi - ... tot 9 mantelbuizen
- ROFLEX 30 - 300 - voor Ø 30-320 mm
12. Kwaliteitswaarborging
Als alle aansluitingen luchtdicht zijn gemaakt, is de isolatieconstructie langdurig beschermd.
Om te meten of de constructie luchtdicht is, is het raadzaam om een blowerdoortest uit te voeren.
Dakrenovatie van buitenaf
1. Vakken opvullen
Vul de bestaande vakken helemaal op met isolatiemateriaal.
Als eventueel reeds aanwezige isolatie licht samengedrukt kan worden, dient deze te worden verdicht. Kies hiervoor isolatiemateriaal dat een maat dikker is dan de bestaande isolatie.
Het bestaande en nieuwe isolatiemateriaal mag alleen van minerale wol of steenwol zijn.
2. Folie uitrollen en vastnieten
Rol de INTELLO X-folie uit over de sporen en de isolatie en bevestig deze bij de overlappingen vochtbestendig met verzinkte nieten van minimaal 10 mm breed en 8 mm lang. Bevestig de folie verticaal op de sporen met een nietafstand van 10-15 cm en plak deze nieten af bij blootstelling aan weersinvloeden.
Laat de folie ca. 4 cm over aangrenzende constructies uitsteken, zodat hier later een luchtdichte aansluiting kan worden gerealiseerd.
3. Overlapping verkleven
Reinig de ondergrond (droog en vrij van stof, siliconen en vet) en doe eventueel een kleeftest.
Plaats de systeemtape TESCON VANA in het midden op de overlapping en verlijm deze stapsgewijs. Voorkom daarbij dat de tape wordt belast en dat er vouwen ontstaan.
Wrijf de overlappingen stevig aan met de pro clima PRESSFIX.
Zorg voor voldoende tegendruk.
4. Dakrand aansluiten
Strijk ruwe bovenkanten van muren eerst glad af.
Reinig de ondergrond. Spuit op de bovenkant van de muur een rups ORCON F-systeemkit met een doorsnede van minimaal 5 mm (bij ruwe ondergronden eventueel meer).
Leg de folie met een uitzettingslus op de laag kit, maar druk de kit niet helemaal plat, zodat bewegingen van constructies kunnen worden opgevangen.
De aansluiting kan ook met ORCON MULTIBOND worden gerealiseerd.
5a. Sporen aansluiten
Maak een snede in de folie en leg deze om de spoor heen.
5b. Sporen aansluiten
Verlijm de folie met ORCON F op de bovenkant en de zijkanten van de spoor evenals op de ringbalk.
5c. Sporen aansluiten
Verkleef de folie en de naad onder de spoor met de systeemtape TESCON VANA.
Breng tussen de spoor en TESCON VANA een kitrups aan met ORCON F.
5d. Sporen aansluiten
Verkleef de hoeken met TESCON VANA.
Behandel oude houten sporen en kniemuren indien nodig eerst met TESCON PRIMER RP of TESCON SPRIMER.
6. Op de bovenkant van de muur aansluiten
Strijk ruwe bovenkanten van muren eerst glad af.
Reinig de ondergrond.
Spuit op de bovenkant van de muur een rups ORCON F-systeemkit met een doorsnede van minimaal 5 mm (bij ruwe ondergronden eventueel meer).
Leg de folie met een uitzettingslus op de laag kit, maar druk de kit niet helemaal plat, zodat bewegingen van constructies kunnen worden opgevangen.
De aansluiting kan ook met ORCON MULTIBOND worden gerealiseerd.
7. Voorzijde isoleren
Vul de voorzijde van de vakken op met isolatiemateriaal.
8. Aansluiting op kabels
Leg een KAFLEX-kabelkraag om de kabel en verlijm deze op de folie. Kabelkragen zijn zelfklevend.
Verkrijgbaar zijn:
- KAFLEX mono - (zie afbeelding)
- KAFLEX duo - voor 2 kabels
- KAFLEX multi - voor max. 16 kabels
- KAFLEX post - voor toepassing achteraf
9. Aansluiting op buizen
Leg een ROFLEX-buiskraag om de buis en verlijm deze op de folie met TESCON VANA.
Verkrijgbaar zijn:
- ROFLEX 20 - bijv. voor mantelbuis, Ø 15-30 mm
- ROFLEX 20 multi - ... tot 9 mantelbuizen
- ROFLEX 30 - 300 - voor Ø 30-320 mm
10. Topisolatielaag
Gebruik bij toepassing tussen twee isolatielagen bij dakrenovaties van buitenaf voor beide isolatielagen alleen minerale wol of steenwol. Neem contact op met de technische hotline van pro clima in Duitsland voor hulp bij het berekenen van de mogelijke dikte van de isolatie.
11. Dakfolie aanbrengen
Breng als laatste de dakfolie aan (μd-waarde ≤ 0,10 m), bijv. pro clima SOLITEX MENTO 3000.
Algemene voorwaarden
pro clima INTELLO X connect dient met de bedrukte zijde naar de verwerker wijzend te worden aangebracht. Kan uitsluitend op beschot worden aangebracht.
Luchtdichte verlijmingen zijn alleen realiseerbaar op plooivrij aangebrachte dampremmen. Als er sprake is van een relatief hoge luchtvochtigheid (bv tijdens de bouwfase) dan dient men permanent te ventileren om dit vocht te verdrijven. Af en toe ventileren is niet voldoende om grote hoeveelheden vocht af te voeren. Zo nodig plaatst men bouwdrogers.
Om de vorming van condensvocht te voorkomen, dient het inbouwen van de isolatie onmiddellijk na de luchtdichte verlijming van INTELLO X connect te worden uitgevoerd. Dit geldt met name bij werkzaamheden in de winter.
Bevestiging
De foliestroken moeten elkaar met min. 10 cm overlappen.
Gebruik min. 10 mm brede en 8 mm lange bevestigingsklemmen om de foliestroken te bevestigen. De bevestigingsklemmen mogen alleen in het overlappende gedeelte worden gebruikt en moeten worden bedekt. De bevestigingsafstand mag max. 10 tot 15 cm bedragen.
Referentienummer | Kenmerken |
---|---|
1AR03027 | Afmetingen: 1,50m x 50m, Uitvoering: connect |
1AR03049 | Afmetingen: 1,50m x 50m, Uitvoering: standaard |
1AR03858 | Afmetingen: 3,00m x 50m, Uitvoering: standaard |
pro clima INTELLO
Vochtvariabele en luchtdichte damprem voor alle vezelvormige isolatiematerialen in mat- en plaatvorm
pro clima INTELLO PLUS
Sterke, vochtvariabele en luchtdichte damprem voor alle vezelvormige isolatiematerialen
pro clima INTELLO X PLUS
Sterke, vochtvariabele, weer- en UV-bestendige damprem voor alle vezelvormige isolatiematerialen