x

Op de hoogte  

10/11/2022

Cellulose: een veelzijdig isolatiemateriaal - darren.missa@isoproc.be


Cellulose - ook gekend als papiervlokken - is een ecologisch isolatiemateriaal dat zijn strepen intussen wel heeft verdiend. En niet toevallig, want het combineert unieke isolatie-eigenschappen met een hoog circulair gehalte. Ken je het materiaal nog niet? We geven je een introductie.

Anno 2021 is het scala aan isolatiematerialen op de Belgische bouwmarkt groter dan ooit. Zowel binnen de kunststoffen als minerale en hernieuwbare isolatiematerialen heb je een ruime waaier aan keuzemogelijkheden. Je zou voor minder keuzestress krijgen! Van de drie categorieën zijn de hernieuwbare isolatiematerialen de meest ecologische optie. Toch gaat de voorkeur nog vaak uit naar kunststoffen isolatieproducten (afkomstig uit de petrochemie, zoals PUR en PIR). Dat is niet verwonderlijk, want bij een goede lambdawaarde (λ) van die materialen kan je er de isolatiedikte mee beperkt houden. Maar bij de keuze van je isolatie zijn ook andere eigenschappen van tel. Denk maar aan akoestiek, vochtregulatie, brandveiligheid, warmtedoorslagtijd, de impact op je gezondheid en – last but not least – milieuvriendelijkheid en circulariteit. Met al die criteria in het achterhoofd kan je tussen meer dan genoeg hernieuwbare isolatiematerialen kiezen als alternatief voor de populaire kunststoffen varianten. En daar is cellulose er zeker eentje van.

CELLUWATTE?
Cellulose is ondertussen een ancien onder de ecologische isolatiematerialen. Het zijn papiervlokken die worden geproduceerd op basis van de vezels van oude, gerecycleerde kranten. Denk maar aan drukoverschotten, foutief gedrukte of onverkochte dagbladen. Die zijn vaak te waardevol als grondstof om ze zomaar naar het containerpark te brengen. “Cellulose bestaat grotendeels uit gerecycleerde materialen, tot wel meer dan 90 procent. Voor de kwaliteit van het materiaal is het vooral belangrijk dat de productie alleen met droog en proper papier gebeurt”, vertelt product manager Pierre Sibille van de Belgische isolatieproducent ISOPROC. “Nietjes, plastic verpakkingen en minder geschikt krantenpapier worden er tijdens het productieproces uitgehaald. Een hamermolen en vervezelaars scheuren het krantenpapier in stukken, waardoor de papiervezels hun sterkte behouden. Door daar minerale toeslagstoffen aan toe te voegen, is het product extra brandveilig. De uiteindelijke vervezeling van dat mengsel bezorgt cellulose zijn driedimensionale structuur.” Het eindresultaat bestaat uit lichte, wattige isolatievlokken met een lage milieu-impact. Door performante productietechnieken, een sowieso al lage behoefte aan grijze energie voor het productieproces en het inzetten van (zo veel mogelijk zelfopgewekte) groene energie, kunnen fabrikanten ook de energie-impact van de productie zelf beperkt houden. Het eindproduct kan je kopen in zakken van 12 à 14 kilogram.

ALLROUND ISOLATIEMATERIAAL
Cellulose is een veelzijdig ecologisch isolatiemateriaal met dito toepassingen. De papiervlokken zijn geschikt voor nieuwbouw-, renovatie- en prefabricatiewerken. “Cellulose kan je ook zowel voor de akoestische als de thermische isolatie van je woning gebruiken”, verduidelijkt Sibille.
De lambdawaarde van cellulose ligt tussen 0,035 en 0,04 W/mK, wat vergelijkbaar is met die van rotswol.
De sterkte van cellulose ligt vooral in de grondige opvulling van de compartimenten die je ermee isoleert. De vlokken kruipen tot in de kleinste kiertjes en gaatjes, waardoor de isolatie zich naadloos aan elke vorm aanpast. Daardoor krijg je een volledige, continue vulling die de kans op energielekken en koudebruggen drastisch vermindert.
Zorg wel altijd voor een wind- en luchtdichte plaatsing van de cellulose. Zo vermijd je luchtstromen, vochtinfiltraties en bouwschade. Een bouwschil die wind- en luchtdicht is, functioneert immers zoals een ski-jas. Je hebt een binnen- en buitenlaag met daartussen de thermische isolatie. De buitenste laag beschermt de isolatie tegen wind en regen, de luchtdichte binnenlaag zorgt dat er geen warmte uit je woning ontsnapt door kieren en spleten. Wind- en luchtdicht bouwen scheelt je ook een pak op financieel vlak, want je vermijdt er energielekken mee. Dat cellulose op zich ook luchtremmend is, draagt daaraan bij.
Je kan cellulose gebruiken voor de binnen- en buitenisolatie van daken, vloeren en muren. Er is één gouden regel waarmee je rekening moet houden: je mag het materiaal niet gebruiken in natte bouwdelen. Een spouwmuur isoleer je dus beter niet met cellulosevlokken. Ook voor structuren die zich onder het grondniveau bevinden, kies je het best voor een alternatief.
Die haat-liefdeverhouding met nattigheid neemt niet weg dat cellulose over interessante vochtregulerende eigenschappen beschikt. De papiervlokken kunnen namelijk tot 20 procent van hun eigen gewicht aan vocht absorberen of bufferen zonder dat ze hun isolerende werking verliezen. Daardoor is cellulose uitermate geschikt om vochtinfiltraties – of bestaand vocht uit constructie-elementen – tijdelijk op te slaan en af te voeren. Dat krijg je voor mekaar met een dampopen onderdak aan de buitenkant of een vochtgestuurde damprem aan de binnenkant. Zo krijgt je constructie de kans om te drogen en verklein je de kans op bouwschade en schimmels in je balken.
Tot slot is cellulose ook een gezond isolatiemateriaal. Na de plaatsing lost het geen schadelijke gassen of stoffen, wat sommige kunststoffen isolatiematerialen wel doen. Je kan dus in alle rust en comfort genieten van je geïsoleerde ruimtes.

INBLAZEN GEBLAZEN
De plaatsing van cellulose gebeurt door het materiaal in te blazen in gesloten compartimenten. Pierre Sibille: “Nadat de aannemer de cellulose uit de zakken haalt en door de inblaasmachine laat gaan, krijg het zijn volume terug. Met de inblaasmachine blaast hij/zij de vlokken dan via een slang of inblaaskop in het gewenste oppervlak. Je kan de cellulose ook los ‘open blazen’ in open ruimtes, zoals zolders.
Zowel de inblazing in gesloten compartimenten als het open blazen in open ruimtes is een erg efficiënte isolatiemethode. Om zeker te zijn van een goede plaatsing, laat je de cellulose wel het best inblazen door een erkende en gecertificeerde aannemer. Zelfs handige doe-het-zelvers hebben bijscholing nodig om het materiaal met een inblaasmachine te plaatsen.”
De plaatsingssnelheid is een grote troef van cellulose. Op één werkdag kan je al ettelijke vierkante meters met het materiaal inblazen. Ook de afvalproductie blijft tijdens die fase beperkt. Je blijft dus niet achter met meters aan snijresten wanneer de isolatiewerken erop zitten.

ONBRANDBAAR ALS EEN TELEFOONBOEK
Bouwers en verbouwers zijn soms nog wat terughoudend om met ecologische isolatiematerialen te werken. De eerste prangende vraag: is cellulose een broeihaard voor insecten en ongedierte? “Absoluut niet”, stelt Sibille. “Het stoffige karakter van cellulose en de toeslagstoffen houden ongedierte en insecten net weg, want dat vinden ze vervelend. Ook de elasticiteit en de structuur van cellulose zijn onaantrekkelijk voor ratten en muizen.”
En dan dat andere heikele punt: wat met de brandweerstand? “Die zit zeker goed”, vult Sibille aan. “Cellulose gedraagt zich niet als papier, maar als een telefoonboek. De toeslagstoffen werken als brandvertrager. Als er brand ontstaat, vormt de cellulose een verkoolde korst, die houten constructies beschermt.”

CIRCULAIR BOUWMATERIAAL
In deze tijden van circulair bouwen, verdient cellulose zeker haar sporen. Hout – de oergrondstof van papier – slaat namelijk CO2 op. Door het krantenpapier te hergebruiken voor celluloseproductie, zorgen producenten dat de opgeslagen CO2 niet vrijkomt en dus ook niet in de atmosfeer belandt.
Pierre Sibille: “Door de droge plaatsing van de papiervlokken kan je ze ook makkelijk weghalen als je een woning verbouwt of afbreekt. Zo kan je cellulosevlokken probleemloos tot wel drie keer hergebruiken.
Door alleen met lokaal geproduceerd krantenpapier te werken en ook zelf de productie en verdeling te beperken tot België en eventueel de buurlanden, kunnen fabrikanten de lage milieu-impact van cellulosevlokken nog verbeteren.”
Wil je weten wat de milieu-impact van een (ver)bouwmateriaal is? Kijk dan of ze een Belgische milieuproductverklaring hebben en hoe het product erin scoort. Die Belgische Environmental Product Declaration (B-EPD) berekent de globale milieukost van het materiaal over zijn volledige levensduur (ofwel cradle-to-grave). De B-EPD houdt daarin rekening met de milieu-impact van de grondstofontginning, de materiaalproductie, de transportkosten van en naar de werf, de afbraak en de verwerking van het afval. De online TOTEM-tool van de OVAM zet die milieuproductverklaring ook om naar een tastbaar prijskaartje. Het is een handige tool om de impact van twee gebouwelementen of gebouwen met elkaar te vergelijken. TOTEM is niet alleen ideaal voor architecten en aannemers, maar ook voor bouwheren die milieuvriendelijk willen bouwen of renoveren. Uit een simpele vergelijkingsoefening blijkt alvast dat cellulose tot de milieu- en klimaatvriendelijke alternatieven behoort. Redenen genoeg dus om cellulose te gebruiken in je bouw- of verbouwproject.

Gerelateerde items
Bron